Simultaan Jan Van Mechelen,
Stipt om 14:00 stapte Jan Van Mechelen ons clublokaal binnen. We hadden ons dus onnodig drukgemaakt of Jan al dan niet vast zat in het verkeer. Het problematische fileleed dat onze contreien tegenwoordig weer krijgt te verweken heeft hem niet kunnen stoppen.
Volgende logische vraag “Wie gaat Jan stoppen op het schaakbord”?!
Liefst 23 kandidaten zaten ongeduldig te wachten om Jan het vuur aan de schenen te leggen.
Na een korte kennismaking en een overzicht van zijn “Schaak-CV” begon hij aan zijn schaakmarathon.
Afkijken op de borden naast u, was uitgesloten want onze simultaanspeler gebruikte onmiddellijk zijn uitgebreide openingskennis. Zijn gedifferentieerde openingszetten op de verschillende borden maakte iedereen duidelijk dat het “om ’t echt” was en niet “om de doefkes”!
De “Blitzkrieg” is tegenwoordig, maar spijtig genoeg, weer een woord dat veelvuldig het nieuws haalt en dit woord was echt toepasselijk voor de start van Jan. Na amper zeven zetten of waren het er acht, had hij zijn eerste “niet te dekken mat” op een bord staan. Nadien ontstond er een schijnbare stilte voor de storm maar zoals gezegd, dat was maar schijn.
Onverwacht schoot wit zich, tegen onze ouderdomsdeken René Brants, in eigen voet. Een familie schaak was de oorzaak van alle ellende, die onze simultaanspeler het hoofd deed buigen. Doch wanneer er “killersbloed” door je aderen stroomt, dan slaat een onverwachte tegenslag je niet uit uw lood en dit was achteraf gezien ook zo voor Jan.
Af en toe moest een deelnemer de witte vlag hijsen, waaronder “itsme” maar het gros van de deelnemers bleef overeind. Het gevoel van het liedje van André Hazes “Ik voel me zo verdomd alleen” bekroop me, maar gelukkig kwam Robert me troostend nieuws in het oor fluisteren met de woorden “t Gaat niet lang meer duren, de duifkes gaan vallen”. Het kennersoog van de meester had gelijk. Rond 16:00 begon het opgaves te regenen. Uiteindelijk bleken een drietal spelers een remise uit de brand te kunnen slepen. Jef Meulenbergs, kon met een pion minder maar met ongelijke lopers op het bord een terechte remise claimen en een ijzersterke opstelling van de zwarte stukken van Frank Hofman dwongen Jan een gelijkspel te aanvaarden. Luc Vermaere bood met een pion meer in het eindspel, remise aan en Jan knikte ja, met een handshake er bovenop.
In een dikke twee uur en een half had Jan de klus geklaard.
Het resultaat: 19 overwinningen, 3 remises en 1 nederlaag.
Proficiat Jan!
Ook een dikke merci voor de helpende handen van Marcel en Robert, namens het clubbestuur.
Toch nog even meegeven dat de glunderende ogen van onze nestor, René Brants, boekdelen spraken na zijn overwinning. Ook een dikke proficiat René.
Jef De Meyer (Sportleider).